Zoeken naar opa

Een speurtocht die me decennia lang bezig hield
naar de brieven

Mijn zoektocht naar mijn opa vond in eerste instantie plaats op internet. God mag weten hoeveel ik daar heb lopen graven. Uiteraard was er ook een fysiek deel. Naar Westerbork, naar Yad Vashem in Jeruzalem… Maar die ene tocht, de gang naar Polen, die durfde ik niet aan. Daar zag ik tegen op. Tot het moment dat ik iemand leerde kennen die ik vertrouwde, en die daar de weg wist. En toen ik eenmaal ging, toen begonnen de panelen te schuiven.

Grote verwarring na de oorlog

westerbork
westerbork
westerbork
westerbork
westerbork

Het is een bijzonder onplezierig idee dat ik niet weet waar het graf van mijn opa is. Volgens de joden blijft een deeltje van de ziel bij het graf hangen, zodat je je met de overledene kunt verbinden. Ik weet niet waar en wanneer hij overleden is. Het is ook moeilijk uit te leggen waarom dat zo belangrijk voor me is, maar het houdt me wel al decennia lang bezig. Ik ben natuurlijk heel veel op internet aan het zoeken geweest. Met beperkt resultaat.

Na de oorlog ontmoette mijn grootmoeder tijdens haar speurwerk een joodse arts, ene dr. Cohen, die haar vertelde dat hij haar man had gekend in Dachau, en dat hij daar ook zou zijn overleden. Ik geloof niet dat aan dit verhaal veel waarde moet worden toegekend.

Westerbork
Een bezoek aan kamp Westerbork zo’n vijfentwintig jaar geleden was zeer verhelderend. Daar kreeg ik te horen dat het wel gebeurde dat de trein naar Auschwitz werd stopgezet en dat gezonde mannen er uit werden gehaald om in andere arbeidskampen te worden ingezet. Ze gingen dan zogezegd ‘op tournee’ langs werkkampen. Al snel bleek dat mijn grootvader inderdaad ook tot deze groep behoorde. Ik kreeg bevestiging van mijn contact in Westerbork. Mijn grootvader is op 10 november op transport gegaan naar Auschwitz. Verder kon hij me niets vertellen. Hij adviseerde me om per brief contact op te nemen met een bepaalde werknemer van het Nederlandse Rode Kruis.
Naar aanleiding van mijn vraag heeft een medewerker van het Nederlandse Rode Kruis zich behoorlijk ingespannen. Ik kreeg uitvoerig antwoord, voor zover deze organisatie dat kon geven.

Joodse Raad
In een van zijn brieven refereert mijn grootvader aan het feit dat hij bij de Joodse Raad had aangeklopt voor hulp. In de Joodse Raad registratie staat het volgende vermeld: “13 mei 1943, De Joodsche Raad Arnhem ziet geen mogelijkheid aangelegenheid betrokkene (terugvoering, daar gemengd gehuwd met vier kinderen) ter hand te nemen.”
Door het gemengde huwelijk met een niet-joodse vrouw en het feit dat hier kinderen uit voort waren gekomen, kon mijn grootvader aanspraak maken op een zogeheten ‘Sperre’. Gemengde huwelijken waren in eerste instantie vrijgesteld van deportatie. In de brief van 8 november verwijst mijn grootvader hiernaar. De Joodse Raad, zo stelt hij, kan niets meer doen. Door de straf zijn alle voorrechten vervallen.

Het Nederlandse Rode Kruis bevestigt dat Max Worms op 10 november 1942 vanuit het Kamp Westerbork is gedeporteerd met bestemming Auschwitz. Dit vond plaats in wat wordt genoemd ´de Kozle-periode’ (28 augustus 1942 tot en met 12 december 1942). Tijdens die korte periode werden de transporten uit Westerbork op ongeveer 80 kilometer voor Auschwitz, in het plaatsje Kozle, gesplitst. Mannen die geschikt werden geacht voor het verrichten van arbeid werden uit de trein gehaald en gingen naar omliggende kampen.
Gezien zijn leeftijd werd mijn grootvader geselecteerd voor dwangarbeid (mannen tussen 15 en 50 kwamen daarvoor in aanmerking). Vanaf dat moment kunnen we alleen gissen waar hij terecht kwam. Het Nederlandse Rode Kruis heeft na de oorlog op grond van uiteenlopende informatie wel getracht te reconstrueren wat er met de groep is gebeurd die op 10 november 1942 naar Auschwitz werd gedeporteerd en in Kozle uit de trein moest stappen.

Pas veel later ontdekte ik dat vanuit Kozle de gehele groep eerst naar St. Annaberg ging. Daar is de groep gesplitst en weer samengevoegd met groepjes uit andere transporten. Er werden dus allemaal nieuwe groepen geformeerd, die weer verschillende routes langs werkkampen volgden. Het Rode Kruis schrijft: “Uit de verklaringen van de weinige overlevenden valt af te leiden, dat sommige groepen via Klein Mangersdorf en/of Sakrau, Malapane en Seibersdorf zijn terechtgekomen in Blechhammer, andere rechtstreeks dan wel via Johannsdorf, Ludwigsdorf of Gogolin zijn afgevoerd naar het ressort Gross Rosen.”

Mijn grootvader werd door het Rode Kruis niet aangetroffen in Blechhammer of in een van de andere kampen. Daarom kan worden aangenomen dat hij uiterlijk eind maart 1944 overleden is. Rond die tijd was de samenvoeging van de bevolking van de verschillende “Zwangslager” in Blechhammer een feit en werd de situatie in het ressort Gross Rosen overzichtelijker.

Als plaats van overlijden voor mijn grootvader geldt: een van de arbeidskampen in Silezië (Polen). Als datum: uiterlijk eind maart 1944.

Dit was feitelijk de stand van zaken van mijn zoektocht, tot 2016. Via deze website kwam ik in contact met Herman en Annelies van Rens uit Limburg. Dit gedreven echtpaar heeft ongelooflijk veel feitenmateriaal verzameld over de Kozle-periode. Elk jaar organiseren zij een reis naar Polen, een intensieve, wetenschappelijke studiereis, waarin ze hun kennis delen. Ik besloot dat de tijd rijp was en ben in 2016 mee op reis geweest. Het werd een bizarre trip, zogezegd. Lees de verdere ontwikkelingen van de speurtocht!